MySQL error /home/jacob/domains/loggy.nl/public_html/logs/layout.php on line 83
insert into online values
(
'',
   '',
   '1713581891',
   '3.145.74.54',
   'peecee-/'
)


Incorrect integer value: '' for column `jacob_weblog`.`online`.`userid` at row 1
URL: /
IP: 3.145.74.54
UserAgent: Mozilla/5.0 AppleWebKit/537.36 (KHTML, like Gecko; compatible; ClaudeBot/1.0; +claudebot@anthropic.com)

Post:
Array
(
)


GET:
Array
(
    [gebruikersnaam] => peecee
)


Sorry, there was an error, we are notified of the issue and will be resolved as soon as possible
PEECEE - columns - Home
Hoe werkt het? Klik hier
Begin pagina
loggy.nl Home
Weblog maken
RSS Feed

Abonneren!

WELKOM

WELKOM

COLUMNS 2012

VERHUIZING
AMBITIEUZE AMBITIES
OF JE WORST LUST?
DE HACKENDE HUISVROUW
WHAT'S IN A NAME?
(GEEN) HEER IN HET VERKEER
iWERELD
BOODSCHAPPENLIJSTJE
LEZEN IS IN, EZEL
EENRICHTINGSVERKEER
NOT TO DO LIST
SMILE :-)
KUNST VOOR BEGINNERS
MOBIELE KLIKO
IK HAD GELIJK
VIND IK LEUK
NUMMER ONBEKEND
WACHTEN 2.0
VROLIJK
HET EINDE IS NABIJ
HORRORWINTER
MONA LISA VS. LADY GAGA
SMS-ENDE MUIZEN
TEVREDEN
TOEKOMSTDROMEN UIT DE EIGHTIES


WELKOM


Hey, lezer van mijn blogs!

Leuk dat je komt kijken op mijn weblog: Peecee

Mijn naam is Pascal Cuijpers (Amsterdam, 18-07-1976). Ik werk als docent Beeldende Vakken op een middelbare school in Echt. Naast mijn werk ben ik in mijn vrije tijd onder andere bezig met schilderen, zie mijn website Peecee-Art (www.pcuijpers.nl) en columns schrijven. Alles wat ik lees, zie, hoor en waarneem op welke manier dan ook, kan voor mij gelden als inspiratiebron voor een schilderij of column. Creativiteit is hierbij de rode draad. Regelmatig zal ik mijn weblog voorzien van een nieuwe column. Wanneer je abonnee bent, krijg je hiervan een bericht in je mailbox. De columns zullen gaan over actualiteiten, persoonlijke belevenissen en creatieve brainstorms. Reacties achterlaten mag, delen via social media ook. Natuurlijk het liefst als de columns je aanspreken.

Verder wens ik je veel leesplezier!

Enjoy!

Pascal.


16:24:45 10 Maart 2012 Permanente link Reacties (0)

HET EINDE IS NABIJ


Al jaren worden we overspoeld met allerlei onheilspellende berichten over “het einde der tijden”. Er zijn films over gemaakt en er wordt zelfs in het Journaal aandacht aan besteed. In 2012, om precies te zijn op 21 december, zal het gaan gebeuren. Op een of andere manier vergaat, verdwijnt, explodeert of implodeert de aarde. Misschien treft een meteoriet, ter grootte van vele malen Nederland, de aarde. Of gaan alle oceanen ter wereld samenspannen, om op een van tevoren afgesproken tijdstip op 21 december enorme vloedgolven te maken, die alle werelddelen voorgoed zullen  overstromen. Of zullen alle vulkanen ter wereld al het opgespaarde lava tegelijkertijd naar buiten stoten. Of... Gelukkig hebben we dan nu nog een klein jaartje de tijd om ons voor te bereiden (hoe bereiden we ons hierop voor?) op wat er komen gaat. Ik denk dat ik tot die tijd gewoon maar blijf doen wat ik normaal in een jaar zou doen, wanneer de aarde niet zou vergaan. Werken, eten, slapen en misschien nog een paar keer een weekendje weg ofzo.

Als je er over na gaat denken, is het misschien nog niet eens zo stom om Nederlanders enigszins bang te maken met al deze negatieve geluiden. Ik verdenk dan ook Mark R., alle ministers en andere belangrijke mensen in en rondom het Torentje in Den Haag, van het hypen van deze bangmakerij. Dit is de kans om Nederland bang te maken met bovenstaande berichten. En we geloven het! Hierdoor zullen veel mensen meer gaan uitgeven om er de laatste maanden voor 21-12-2012 warmpjes bij te zitten. We kopen toch nog maar die Mercedes-cabrio (want het zou zomaar toch een laatste goede zomer kunnen worden), gaan nog een laatste keer ver op reis (het mag wat kosten, want wat moeten we anders met het geld na 21-12?) en we geven een extra groot cadeau aan iedereen die nog jarig is dit jaar (het is dan toch de laatste keer, mits diegene voor 21-12 jarig is natuurlijk!) enz. Men (lees: het Nederlandse volk) zal de Staatsspaarpot, wellicht onbewust, flink gaan vullen. Het kabinet lacht zich kapot, wrijft/lacht in zijn vuistjes, en… ziet de recessie ten einde komen! Deze regeringsperiode, met Mark R. als vaandeldrager, zal als uitmuntend en uiterst effectief de boeken ingaan. In elk geval tot aan 2220, want dan vergaat weer de wereld, is berekend. Maar dan is Nederland allang uit de recessie!

 


16:19:05 10 Maart 2012 Permanente link Reacties (1)

HORRORWINTER


Ik hou er niet van. Niet van horror en niet van winter. Laat staan een combinatie van deze twee. Toch moest ik er enkele maanden geleden aan geloven, en samen met mij die andere 15.999.999 Nederlanders. We zouden een horrorwinter tegemoet gaan, meldde het KNMI. Niet zomaar een stevige actiewinter, maar een echte horrorwinter met veel ijzingwekkende momenten. Op dat moment kreeg ik allerlei visioenen. Ik ben nogal visueel ingesteld, dat is een creatieve-mensen-syndroom. Ik zag dus al voor me, hoe we met z’n allen ingevroren zouden gaan worden, in een wereld die fungeert als een grote diepvrieskist die minimaal op deep frost staat. Natuurlijk heb ik er nooit over nagedacht hoe een ingevroren zalm, pizza of aardappelkroketje zich voelt in zo’n benarde situatie, maar je wordt wel getriggerd door zo’n onheilspellende verhalen in het nieuws.

In een spannende horrorfilm of thriller gebeuren alle erge, enge, onsmakelijke en dramatische dingen binnen zeer korte tijd. Een film is namelijk gebonden aan een beperkt aantal minuten, minimaal negentig. Het KNMI gaf ons nog rustig even de tijd om te kunnen nadenken. Vandaar dat ze via alle media, de horrorscenario’s al in september verdeelden onder de acteurs (wij!) die zouden gaan spelen in de nieuwe Nederlandse real- life rampenmovie. Het schijnt zelfs dat Arnie Oerlemans gevraagd was om dit alles te regisseren, met baard natuurlijk, dat isoleert zo lekker tijdens zo’n winter. Maar hij kon niet. Hij was namelijk al een andere ijzig koude film aan het regisseren, Nova Zembla. Deze film is nu al een hit in de bioscoop. Ondanks dat Doutzen Kroes hierin alle harten doet laten smelten, is de gemiddelde temperatuur in deze film toch nog zo’n -15 graden Celsius. Schat ik. Misschien tijdens een scherpe noordelijke wind wel -25 graden Celsius.

Hoe moesten we ons nu gaan voorbereiden op alle ijzige rampspoed? Allereerst waren daar de winterbanden op de nieuwe auto. Check. Toen kwamen de extra zakken strooizout. Check. Veel anti-vries. Check. Buitenkranen afgesloten. Check. We hebben zelfs bij Ikea twee extra dikke plaids gekocht om te overwinteren in de woonkamer! En nu is het half januari… De vogels gaan nestjes maken, de bloemen zitten zwetend in hun bloembol en onze eerste buitenBBQ is inmiddels verleden tijd. De KNMI-regisseurs hebben er alles aan gedaan om ons in de kou proberen te zetten. Helaas voor hun geen horror, maar tot nu toe een slappe komedie dus!


16:07:27 10 Maart 2012 Permanente link Reacties (0)

MONA LISA VS. LADY GAGA


Ik had mezelf, als kunstdocent, min of meer verplicht dat het er ooit van moest komen. Ooit zou ik naar het Louvre gaan in Parijs. Het is er dan nu toch echt van gekomen, ik ben in het Louvre geweest! Dat kan dus ook weer doorgestreept worden op mijn to-do-list. Voor alle kunst- en cultuurbarbaren onder ons: het Louvre is het grootste en indrukwekkendste museum ter wereld. Wat je hier niet kunt, is alles in een dag zien. Wat je hier wel kunt, is verdwalen.  

Ik had eigenlijk de hoop al een beetje opgegeven. Ik wist dat de rijen voor de ingangen enorm waren. Elke dag weer. Kaarten bestellen via Internet kon ook. Helaas waren deze allemaal uitverkocht voor de dagen dat we in Parijs waren… Het zag er dus naar uit dat het ook dit keer niet ging gebeuren. Maar… toen mijn vriendin en ik in de buurt van het Louvre een soort ondergronds winkelcentrum bezochten, kwamen we uit bij een rij mensen. Het bleek een sluipingang te zijn naar de ingang van het mysterieuze walhalla der kunst. De wachttijd was kort, een kwartier. Voor we het wisten stonden we binnen, midden in het centrale middelpunt van de mondiale kunsthistorie. We volgden de mensenstroom en kwamen op een gegeven moment aan bij een zaal waar we nog net door de deur naar binnen konden. Het rook er naar mensen. De mensen waren duidelijk opgewonden door wat ze zagen. Ik wist in eerste instantie niet waarom. Er was een continu geklik van fotocamera’s. Opeens had ik door wat hier gebeurde. Aan het einde van de zaal hing een kleine lijst met een schilderij(tje). Daar stond ze iedereen te entertainen, Mona Lisa! De Lady Gaga van de 16e eeuw.

Mensen verdrongen zich achter de dranghekken, die rondom het schilderij stonden, om zo dichtbij mogelijk een foto van Lady Mona te maken. Ze bleef stoïcijns kijken en zwaar mysterieus glimlachen. Het publiek genoot, schreeuwde om een toegift! Maar die kwam er niet. Lady Mona liet je achter met een hoofd vol vragen en een digitale fotocamera vol foto’s. Vergelijkingen en overeenkomsten met de beroemdste popdiva van de 21e eeuw (tot nu toe) werden gemaakt. Wat een macht hadden en hebben deze twee vrouwen! We verlieten na enkele uren het museum. Uit de boxen van een kledingzaak in het ondergrondse winkelcentrum kwam een bekend liedje. Pokerface, van Lady Gaga!

 


16:05:05 10 Maart 2012 Permanente link Reacties (0)

SMS-ENDE MUIZEN


De muizen van nu gaan met de moderne tijd mee. Ze sms-en! De slimme, grijze diertjes waren de afgelopen dagen “hot” nieuws. Er was namelijk paniek in de Tweede Kamer. Tijdens het winterreces hadden muizenfamilies bezit genomen van de werkruimtes en gangen van onze ministers en andere Tweede Kamerleden. Het was er lekker warm en tevens hadden ze lekker veel te eten daar binnen. Oude broodresten en ander afgedankt etenswaar lag nog op de bureaus van onze belangrijke besluitennemers. Het was een groot muizenfeest, daar in Den Haag. Totdat het reces voorbij was. Men hoorde en zag overal de muizen in de polonaise rondlopen. Spoedig werden er muizenvallen neergezet in de gangen van het Tweede Kamergebouw. Totdat de Partij voor de Dieren in opspraak kwam tegen deze muisonterende genocides. Muizen zijn ook dieren met gevoel! Al gauw werden, op kosten van Marianne Thieme, muizenlevenbesparende valletjes en een stuk belegen 48+ kaas gekocht. De muis werd hierin gelokt en vredelievend gevangen in een kooitje. Dion Graus zette vervolgens het diertje uit op het Spui en het werd, in panische angst, alsnog overreden door een vrachtauto. Dit kon zo ook niet langer. Na veel rondbellen en het Internet afstruinen in de baas (wij!) zijn tijd, kwamen de PvdD-leden op het briljante idee om lokdoosjes aan te schaffen met een hypermoderne functie erin: het sms-alert! Deze lokdoos heeft als extra applicatie een sensor waarmee een sms verstuurd wordt, wanneer muismans erop staat! Te gek toch! Wanneer onze premier dus nu een sms krijgt, met daarin: “Beste Mark, ik zit gevangen in de sms-muizenval. Haal me zo spoedig mogelijk op in gang 3a, rechts naast kamer 17. P.S. Beetje snel graag, minister van Bijsterveldt is erg van streek, ik word gek van haar gegil!”, dan weet hij dus dat hij met de sms-ende muis in de val naar een bos in de buurt moet rijden, om de grijze vriend veilig uit te zetten. Daarna houden ze vaak nog enige tijd sms-contact met elkaar, waarna het contact meestal verwaterd.

Nu ben ik een dierenvriend in hart en nieren. Ik zie dan ook geregeld beren op mijn weg en heb zelfs laatst nog een kat in de zak gekocht. Maar sms-ende muizen gaan me echt te ver. Laten we hopen dat er nooit een olifantenplaag tijdens het reces in de Tweede Kamer ontstaat. Die dieren hebben erg dikke poten, dat is zo moeilijk sms-en!


21:05:10 09 Maart 2012 Permanente link Reacties (0)

TEVREDEN


Er is een televisieprogramma dat “Nederlandse Hollywoodvrouwen” heet. Daarin laten stinkend rijke Nederlandse vrouwen zien hoe ze in Hollywood wonen en leven. Zij hebben geen last van een recessie, sterker nog, waarschijnlijk denken ze bij dat woord aan een of ander nieuw soort Botox, die net zo lang zal werken als dat de recessie zal duren. Deze mevrouwen zijn de hele dag bezig met hun uiterlijke verschijning en lijken daar soms enorme stress van te ondervinden. Ik heb dit programma nu zo’n anderhalve keer gezien.

Tijdens deze anderhalve uitzending die ik heb gekeken, vroeg ik me af hoe mijn vroegere hospita hier naar zou hebben gekeken. In mijn studententijd heb ik een jaar bij haar een kamer gehuurd. Ze heette Annemieke. Annemieke was in alles het tegenovergestelde van de Nederlandse Hollywoodvrouwen. Ze zat niet krap bij kas, er was immers nog geen sprake van een recessie, maar ze was een erg tevreden mens. Tevreden met de dingen die ze had en het leven haar bood. Ze was een vrouw die nog intens kon genieten van een kop thee en een koekje. Daar verheugde zij zich op. De Nederlandse Hollywoodvrouwen kunnen zich nog maar op weinig verheugen. Ze hebben alles al, of hebben alles al gedaan voor hun dertigste. Annemieke had ook geen eigen kapper of stylist die op elk moment van de dag klaar stond om het ultrahippe kapsel te modelleren volgens de laatste Leco-trend. Nee, ze ging eens per jaar met de tondeuse door het haar. Lekker makkelijk. Meubels, kleding en andersoortige luxe artikelen waren voor haar overbodig. Ze was blij en tevreden met kleine dingen en dierbare mensen om haar heen. Haar inleving en interesse was groot. Elke dag vertelden we elkaar tijdens het avondeten hoe de dag was verlopen. Voor de Kerst had ik een zelfgemaakte Kerstkaart onder haar deur doorgeschoven. Deze kaart heeft ongeveer vier maanden op de vensterbank gestaan. Zoveel waarde hechtte ze aan mijn eigengemaakte, creatieve Kerstwens. De Kerst erna, ik woonde inmiddels niet meer bij haar op een kamer, stuurde ik haar ook een kaart. Geen zelfgemaakte, maar een zelfgekochte. Ik kreeg geen kaart terug. Een week later wel een rouwbrief. Annemieke was overleden.

Dit jaar zou Annemieke 66 jaar zijn geworden. Ik denk nog geregeld met tevredenheid terug aan de tijd dat ik bij haar woonde. Wat veel “Nederlandse Hollywoodvrouwen” moeilijk lijken te vinden, had Annemieke allang gevonden. Ze was tevreden.

 

 


20:55:06 09 Maart 2012 Permanente link Reacties (0)

TOEKOMSTDROMEN UIT DE EIGHTIES


Toen ik ongeveer tien jaar oud was, leek het me een geweldig beroep. Ik wilde uitvinder worden. Of computerprogrammeur. Achteraf gezien waren beiden geen optie voor mij. Een vriend van mij wilde ook uitvinder worden. Vaak gingen we op straat op zoek naar allerlei “bruikbaar materiaal” (lees: rommel, waarvan je een kind zou verbieden om het op te rapen) en voegden we allerlei dingen samen tot iets nieuws. Het was eigenlijk schei- en natuurkunde voor beginners. Alles kreeg een naam en een zogenaamde functie. Lekker naïef. Wist ik veel dat ik jaren later met heel veel pijn, moeite en nog meer bijlessen een zesje op mijn eindexamenlijst kreeg voor deze vakken. Op Mavo-C niveau. Nee, uitvinder worden was geen optie meer voor mij. Computerprogrammeur leek me ook wel wat. We hadden thuis net onze eerste echte Personal Computer gekocht. Dat maakte behoorlijk indruk, zo eind jaren tachtig. Een echte computer. Het apparaat, inclusief matrixprinter, nam het hele logeerkamertje in beslag. Wanneer er iets moest worden uitgeprint, duurde dat bijna net zo lang als het bord leeg eten wanneer ik spruitjes kreeg. Dat duurde ook altijd veel te lang. Voor mijn gevoel. En toen gebeurde het. Ik werd verslaafd. Verslaafd aan een floppy disc met daarop het spelletje Pacman. Dat was dé hit onder computergamers in die tijd. We hadden een zwart-oranje beeldscherm. Dat was oogverblindend fel! Oogbescherming was geen overbodige luxe geweest. Als er destijds een algehele zonsverduistering was geweest, dan had ik waarschijnlijk dat veilig-in-de-zon-kijk-brilletje  kunnen gebruiken tijdens het uitoefenen van mijn Pacman verslaving. Was beter geweest voor de ogen. Ik was zo bedreven in dit spelletje, dat mijn Pacmannetje niet alleen de bolletjes opat, maar op een gegeven moment zelfs de monstertjes die eigenlijk mijn Pacmannetje zouden moeten opeten! Totdat er op een dag tijdens het opstarten van mijn Pacmanspelletje, groot “ERROR” in beeld verscheen. Het spel weigerde iets te doen en heeft ook nooit meer iets gedaan. Ik moest vanaf die dag dus afkicken. Afkicken van een Pacman verslaving. Vanaf die tijd speel ik geen computerspellen meer. Sterker nog, de computer heeft het bij mij voorgoed verbruid. Ik ben dus ook geen computerprogrammeur geworden, dat is duidelijk. Uiteindelijk ben ik prima terecht gekomen. Ik heb een mooie baan in het onderwijs. Niet als schei- of natuurkunde docent en ook niet als ICT-meneer. En Pacman…? Daar heb ik nooit meer iets van vernomen, de bastard!


20:46:58 09 Maart 2012 Permanente link Reacties (1)

VERHUIZING



Hallo allemaal,

Vanaf heden zal ik geen columns meer plaatsen op deze blog. 
Ik ben "verhuisd" naar een nieuwe blogsite:  www.peecee-columns.tumblr.com

Hopelijk willen jullie meeverhuizen en geregeld een kijkje nemen op deze site!
Vragen en/of opmerkingen zijn welkom via mijn Tumblr-account, delen via social media is geen probleem.

Enjoy!

Groeten,
Pascal.



TO WRITE - WROTE - WRITTEN





20:49:27 28 Oktober 2012 Permanente link Reacties (0)

AMBITIEUZE AMBITIES


Op een dag weet je het… Je wordt minister! Het overkwam mij ook vandaag. Zo net na het middaguur. Terwijl ik een nieuwe column tikte, ondertussen balend van het slechte weer, viel dit ingenieuze idee me te binnen. Het was zo’n moment waar je in een stripverhaal een getekend mannetje ziet, met zo’n gloeilampje boven zijn hoofd. Eureka dus! Waarschijnlijk hebben een hoop van onze ministers uit de Tweede Kamer, ook in het verleden zo’n Eureka-momentje gehad. Net als ik vanmiddag.

De belangrijkste vaardigheid van een toekomstige minister is tegenwoordig: goed kunnen babbelen en je overal onderuit weten te lu… euh, praten. Daarnaast af en toe een ingefluisterde nieuwe regel of idee de Tweede Kamer inslingeren, en dit combineren met een twee bijeenkomsten durende mediatraining volgen op een zielloze locatie, waar men in de pauze lauwwarme broodjes kroket serveert met een puntje mosterd. Dat dan weer wel. Kosten: geen idee, maar die kroketten worden zeer zeker uit de Staatskas betaald. Zie daar, een nieuwbakken minister is geboren en is he-le-maal klaar voor zijn of haar eerste ministerpost. Welke dat ook moge worden. Hulde!

Vroeger dacht ik dat ministers héél slimme mensen waren met héél veel cum laude afgestudeerde universitaire diploma’s op zak, die in mooie gouden lijsten aan hun marmeren slaapkamermuren hingen. Ze barstten van de ambitie en hadden het helemaal waar gemaakt. Dat dacht ik dus. Tegenwoordig zie ik dit allemaal heel anders. Na elke nieuwe verkiezing wordt er een nieuw kabinet met bijbehorende ministers gevormd. Spannend. Welke hooggeplaatste meneer of mevrouw, met zo goed als mogelijk alle kennis van zaken, zou er dit keer bijvoorbeeld op de ministerpost Onderwijs worden geplaatst? Dit werd in het vorige kabinet mevrouw van Bijsterveldt. Toen begon ik te twijfelen.

Ik gaf haar heel veel goodwill van mijn kant, hopende op ook heel veel goodwill van haar kant. Als onderwijsman vond ik dat immers erg belangrijk. Maar helaas bleef het bij een hopeloze poging Nederland en het onderwijs te redden. Wel met een erg mooi gearticuleerd accentje. Haar ambitie was waarheid geworden: ze was vanuit de verpleegkunde en naaste bestuurstaken, opgeklommen tot de belangrijkste onderwijsmevrouw van ons land. Had ze ook verstand van het onderwijs an sich? “Natuurlijk”, antwoordde ze, “ik heb immers vroeger ook op school gezeten.” Tuurlijk.

Het is tijd voor nieuwe ministers met nieuwe ambities en echte vakkennis. Ik blijf ondertussen toch maar “gewoon” een ambitieus docent. Daar heb ik tenslotte voor gestudeerd.


16:42:13 30 September 2012 Permanente link Reacties (0)

OF JE WORST LUST?


Vroeger ging ik vaak met mijn moeder mee naar onze plaatselijke slager. Een ambachtsman die zijn vak verstond. Toch heerste er geen al te vriendelijke sfeer. Het was een kille zaak. Zijn vrouw hielp altijd de klanten. Routinematig. Hij sloeg het vlees in stukken. Emotieloos.

Over het algemeen is de taak van een slager het verkopen van vlees, nadat dit vlees is gefokt, gemarteld, gevild, onthoofd, uitgehold en in stukken is gehakt (komt daar de naam “gehakt” vandaan?). Dit vlees wordt in brokken of gemalen op mooie zilveren schalen, met fel groene nepblaadjes aan de zijkanten, in een spatcleane glazen vitrine aangeboden aan het bloeddorstige carnivorenpubliek. Bij onze slager hing ook een hele rits diploma’s aan de klinisch wit betegelde muur achter de vitrines. Als bewijs dat hij gecertificeerd was en een aantal slagersprijzen had gewonnen. Dit was onder andere in de categorieën: “Sfeervolste slachting van een varken 1985”, “Recordhouder runderkophakken in één minuut 1987”, en “Beste salamiworst provincie Limburg 1988”. Oja, zijn vrouw was ook nog eens “(Bief)Stuk van de Benelux” geworden (weet niet meer welk jaar). Om maar eens even wat te noemen.

In mijn herinnering was onze slager een grote man, altijd gekleed in een witte slagersjas. Ook had hij altijd nonchalant een blauwe theedoek over zijn schouder hangen, om zijn bloederig uitziende handen aan af te vegen. Onze slager was niet zo spraakzaam. Zijn vrouw ook niet. Toch werkte ze in de bediening en voorzag ze de luie carnivoren (waar is de tijd gebleven dat men nog zelf een wild zwijn ving en verslond?) van hun hapklare, bloederige brokken geslacht dier of fijngehakt gehakt. De slagersvrouw bleek een beperkt vocabulaire te bezitten. Bij binnenkomst zei ze altijd: “Hallo, wa mag het zijn?”. Na de bestelling volgde altijd: “Anders nog wa?” Deze zin bleef op “REPEAT” draaien, totdat mijn moeder “nee, dat was het” zei. Altijd leek ze dan weer kort de kluts kwijt te zijn en uit haar slagerstrance te ontwaken. Na de betaling volgde de vleesoverdracht (de hele familie is carnivoor van formaat) en sprak ze haar magische woorden: “Lusde gij un schiefke worst?”

Die gij was ik. Ja hoor, dat wilde ik wel. Terwijl mijn moeder het vlees in haar tas deed, at ik het schijfje worst op. Ondertussen hoorde ik de slagersvrouw weer automatisch overschakelen op haar kille “REPEAT-modus”. “Hallo, wa mag het zijn?” De volgende klant was aan de beurt.


16:54:20 05 September 2012 Permanente link Reacties (0)

DE HACKENDE HUISVROUW


Vroeger was de huisvrouw het meest toegewijde gezinslid. Een moeder van één of meerdere kinderen, getrouwd (met een man) die zorgde voor de huishoudelijke taken en de opvoeding en verzorging van de kinderen. De taken van de oldskool huisvrouw bestonden dagelijks uit boterhammen smeren voor alle gezinsleden, kinderen naar school brengen, het huis onderhouden, inkopen doen, koken en afwassen. Wanneer manlief thuis kwam van het werk, stonden zijn pantoffels klaar en lag het krantje op tafel, naast zijn glas bier. Liefdevol vroeg ze naar de werkbelevenissen van haar mannetje en de schoolervaringen van haar kindertjes. Maarja, dat was toen. Tegenwoordig is de oldskool huisvrouw aan het uitsterven. Er zijn andere prioriteiten gekomen in het leven van een vrouw. Al dan niet opgelegd door onze hooggespannen verwachtingen in deze moderne maatschappij.

Onlangs las ik een opvallend nieuwsbericht op mijn Twitter-timeline: “Gegevens klanten Bol.com gehackt”. Op zich is zo’n nieuwsbericht eigenlijk helemaal niet meer zo opzienbarend als enkele jaren terug. We worden tegenwoordig immers overal  ge-BigBrothered met camera’s, afgeluisterd met micro-microfoontjes en gehackt waar we bij staan. Echter, toen ik het nieuwsbericht verder las, kon ik een lach niet onderdrukken. Degene die het hacklek bij Bol.com had ontdekt, was lid van het Genootschap van Hackende Huisvrouwen. Deze mevrouw had blijkbaar veel meer in haar mars, dan alleen maar met een stofdoek wapperen.

Meteen na het lezen van dit bericht, werd me duidelijk dat de oldskool huisvrouw is omgetoverd tot een pittig vrouwtje om rekening mee te houden. Haar ma Flodder huishoudschort is vervangen door een strakzittend twee-delig pakje van Supertrash, de iPhone als vanzelfsprekend stand-by in haar broekzakje. De makkelijk zittende (maar o zo lelijke) huishoudschoenen zijn vervangen door mooie suède open schoentjes met een klein hakje. Haar poetsspullen worden zorgvuldig opgeborgen en meegesjouwd in een originele Gucci of Dolce & Gabbana huishoudtas. Multi-multitasken is haar natuur, zelfstandigheid haar kracht. Naast haar huishoudelijke taken en verantwoordelijkheden heeft ze ook nog een (full-time) baan, is ze een getrouwde vrouw, moeder én lost ze ook nog moeilijke hackacties op!

Helaas was mijn euforie van korte duur, de fantasie kreeg een anti-climax. Het Genootschap van Hackende Huisvrouwen bleek een groepje computernerds te zijn, waar weinig romantiek met betrekking tot moderne huisvrouwen aan kleefde. Slimme gasten, die uit waren op sensatie en in voor een grapje, bleken het brein te zijn achter de ontdekking van het Bol.com-hacklek. Waarschijnlijk met geen enkele (huis)vrouw als lid.  

 

 


20:54:28 23 Augustus 2012 Permanente link Reacties (0)

WHAT'S IN A NAME?


Iedereen ter wereld is opgezadeld met een voor- en achternaam. Dat veel mensen niet blij zijn met hun voor- en/of achternaam is een feit. Sinds Napoleon zich begin negentiende eeuw ging bemoeien met onze achternamen in Nederland, was het hek van de dam. Mensen namen het destijds waarschijnlijk niet zo serieus dat ze vanaf toen geregistreerd stonden met hun zelfgekozen achternaam. En men had niet in de gaten dat dit, vanaf toen, generatie op generatie zou worden overgenomen.

Vaak werden beroepen als achternaam gekozen. Denk aan Timmermans, de Boer, Schoenmakers en Cuijpers (wij waren vroeger “tonnenmakers”). Maar er waren ook veel bijnamen, waar iedereen diegene mee aansprak. Zo waren er families die een bijnaam met zich meedroegen, waardoor iedereen in het dorp wist over wie men het had. De familienamen Zondergeld, Pottjebier, Eensaam, Goedemoed, Onverwagt, Vroegrijp en Vettevogel waren destijds doodnormaal. De naam sprak voor zich. Lekker makkelijk. Maar om zo’n geuzennaam nu ook maar te laten registreren als officiële familienaam? Misschien had meneer Poepjes maar beter zijn gasprobleem kunnen verhullen destijds…

Toen de Olympische Spelen van Londen aan de gang waren, kwam tijdens een avonduitzending van Mart Smeets (Limburgse benaming van de ambacht “smit”) een item aan bod over Olympische sporters en hun vreemde achternamen. Dat was toch wel hilarisch. En het maakte meteen duidelijk dat men het bedenken van een achternaam in andere landen ook niet altijd even serieus heeft genomen. Vaak was dit in combinatie met de sport die ze beoefenden, nog hilarischer. Een gewichthefster (niet de vrouwen met de meest “vrouwelijke” vormen) had bijvoorbeeld de schattige naam Deborah Lovely, een waterpolokanon (formaatje loop-maar-een-blokje-om) heette Elisa Casanova, een Chinese zwemster had de naam Qui Wi (spreek uit: kiwi) en er was een Rus met de charmante naam Andrej Kutlik. Een Chinees bij de luchtdrukpistoolwedstrijden heette Wei Pang, Dylan Armstrong bleek kogelstoter te zijn en Metta Worldpeace (overigens voor zijn naamsverandering gewoon Ron Artest) sloeg met zijn elleboog tijdens de basketbalwedstrijden een tegenstander knock-out. Peace, man! Verder waren nog enkele opvallende namen: Felix Denayer, Tyson Gay, Destinee Hooker en Richie Incognito.

Niet tevreden zijn met je naam, leidt in sommige gevallen tot een naamsverandering. Uitblijven van succes blijkbaar ook. Gewichthefster Chanpim Kantatian liet na het uitblijven van Olympische medailles, op advies van een waarzegster, haar naam veranderen in Prapawadee Jaroenrattanatarakoon. En met succes. Ze werd Olympisch kampioene in de klasse tot 53 kilo en had definitief naam gemaakt.

 


13:44:26 10 Augustus 2012 Permanente link Reacties (0)

(GEEN) HEER IN HET VERKEER


Elke dag overkomt het me. Ik ga deelnemen aan het verkeer. Daar kom ik gewoonweg niet onderuit. Maar… zodra ik de sleutel in het portierslot steek, deze omdraai en de klik van het openen van de portierdeuren hoor, gebeurt er iets met me. Ik word één met mijn auto. En samen zijn we een sterk team. Samen kunnen we de, voornamelijk, Nederlandse wegen aan. Maar helaas zijn we niet de enigen op deze wegen. Er is concurrentie. Van een aantal grote ego’s. En die maken het mijn autootje en mij niet makkelijker om ons doel te bereiken.

Doorgaans ben ik een rustige en aardige (jonge)man. Althans, dat zegt men wel eens. Maar wat men niet weet, is dat zodra ik de auto instap, mijn fictieve duivelse alter ego op de bijrijderstoel gaat zitten. Mijn tweede (gelukkig alleen in het verkeer aanwezig zijnde) ik, wakkert mijn adrenaline grenzeloos aan. En zorgt ervoor dat ik alert blijf op nonchalante collega wegvreters of, erger nog, minkukels die de verkeersregels aan hun laars/schoen/pantoffel of Birkenstock lappen. En dat zijn er veel! En dan bedoel ik niet alleen alle Birkenstockdragers, maar ook al het andersoortig schoeisel dragend volk, dat niet de verkeersregels hanteert en uitvoert volgens de wetten van het CBR (Centraal Bureau voor Rijvaardigheid). Nou ben ik geen heilig boontje. En geloof me als ik zeg dat ik mijn rijinstructeur rijk heb gemaakt. Het richting aangeven, kijken in de spiegels, voorrang verlenen, aan de snelheid houden, stoppen voor een overstekende zebragebruiker enz. is destijds vredelievend bij mij geïndoctrineerd.

Af en toe vraag ik me dan ook af, waar en hoe al die andere asfaltgebruikers hun rijbewijs hebben gekocht. Of zijn we zover gezonken met onze sociale vaardigheden, dat we écht alleen maar aan onszelf denken (in het verkeer)? Weten de meeste autobezitters überhaupt wel dat ze een richtingaanwijzer hebben (deze zit links van uw stuur)? Snappen ze dat een bumper niet is gemaakt om aan te “kleven”? Denken ze dat een zebrapad een abstract staaltje kunst op de weg is, om het grijze asfalt wat op te leuken? En dat een achteruitkijkspiegel niet enkel gebruikt hoeft te worden om in te knipogen naar de automobilist(e) achter hun? Mensen wordt wakker. Zorg ervoor dat ik weet naar welke richting u wilt. Verleen voorrang waar het moet. En stop voor die overstekende zebraloper. Hartelijk bedankt alvast. Mede namens mijn alter ego.

 

 

 


17:32:01 28 Juli 2012 Permanente link Reacties (0)

iWERELD


Zonder de “i” in ons leven zijn we tegenwoordig niet meer compleet. Apple-gigant en iTrendsetter Steve Jobs, zorgde voor een revolutie in technologieland. Een iRevolutie. Mister Jobs en zijn Apple-onderdanen verzonnen en produceerden hebbedingetjes. iSpeelgoed.

En de iTrend rolt verder. De iLawine dendert voort. Ondanks dat onze iGod al een tijdje vanuit de hemel zijn i-Imperium aanstuurt, wordt de hype groter en breiden zijn iMarionetten ons technologische sociale leven op grote voet uit. De Apple-stores, waar alle iProdukten worden aangeboden, zijn de meest geliefde koopwarenhuizen voor iedereen die geen nieuw iProdukt wil missen. Huilende volwassen mannen, met een zojuist aangeschaft spiksplintertechnologischsupersonisch nieuw iProdukt in the pocket, worden door CNN en alle andere wereldwijd heersende nieuwszenders gefilmd. En voor eeuwig voor l*l gezet. Volgend jaar staan ze wéér tussen de menigte uitzinnige iLovers, om weer het nieuwste van het allernieuwste i-Apparaatje, in welke vorm dan ook, in hun gretige iHandjes te mogen sluiten. En het jaar daarna weer. En waarschijnlijk het jaar daarna ook weer. Want, de iTechnologie staat niet stil. De iWereld heerst.

Dat ze mega slim zijn, uiterst uitgekookt en een neusje voor marketing hebben, moeten we de mensen van het (Apple)i-Imperium nageven. De grote leermeester heeft hun met harde (rsi)-hand opgevoed en van “zijn” merk, hun levenswijze gemaakt. Vanuit zijn hoge iToren, dirigeerde hij door zijn mega(i)Foon het personeel. Er zou voor medewerkers weinig plaats voor enige inspraak zijn geweest en de Apple-restricties logen er niet om.

Heel geleidelijk nam hij de wereld over en probeerde deze op zijn manier en met zijn iSpeelgoedjes beter te maken. De wereld, in de zin van armoede en ellende, werd er echter helaas niet beter van. Uit de biografie van Jobs blijkt dat hij niet zo’n hoge (i)Pet op had van goede doelen. “Tijdverspilling”, zei hij ooit. Hij investeerde liever miljarden in nieuw en vooruitstrevend iMateriaal, dan dat hij een paar miljoentjes (kleingeld voor hem) via zijn iPhone overmaakte naar landen waar mensen nog nooit van een computer hadden gehoord! De aandelen van Apple moesten blijven stijgen. De aandeelhouders konden dan immers zelf uitmaken waar ze het geld aan zouden besteden. Wat een nobel streven.

Toch bleef Steve Jobs altijd een gewone jongen. Een zelfbenoemde computernerd uit San Francisco, die heel hard voor zijn geld heeft gewerkt en heel veel mensen gelukkig heeft gemaakt dóór zijn werk. Respect is dan ook op zijn plaats. Het iCoon zal altijd blijven bestaan.

 


11:51:52 16 Juli 2012 Permanente link Reacties (0)

BOODSCHAPPENLIJSTJE


Fruit

Melk (3 pakken)

Eieren (doosje van 6)

Rauwe zalm

Salademix

Cashewnoten

Sladressing

Mijn boodschappenlijstje voor vandaag ziet er weer hoopvol en gezond uit. Het zal vandaag weer een verantwoord avondmaaltje worden, aan mijn lijstje te zien. Iets met sla en zalm. Zoals gewoonlijk, ga ik na mijn werk naar de plaatselijke supermarkt. Boodschappen doen voor die dag. Tot zover niets aan de hand. Alles onder controle. Nu nog wel.

Ik parkeer mijn auto meestal in mijn favoriete parkeervak (belachelijk, ik weet het, een “favoriete” parkeervak!), pal naast de rij met winkelwagentjes. Gemak dient de mens. Gemotiveerd, want honger, stap ik met het winkelwagentje het eet-en-drink-walhalla binnen. Ik groet de kassajuffrouw vriendelijk en loop door het poortje. Mijn strooptocht kan beginnen. Gelukkig is daar eerst de groente- en fruitafdeling. Mijn gezonde geest vertelt me altijd minimaal twee of drie stuks fruit per dag te nuttigen. Dat is gezond, zegt ‘ie. Ik gehoorzaam altijd. Het fruit ligt dus altijd als eerste in mijn immense tijdelijke voorraadkast op wieltjes. Had deze gezonde geest van mij ook maar wat meer verstand van alle andere artikelen uit deze slim bedachte consumeerhal, waar ik dus (bijna) nooit ongeschonden uitkom.

Ik heb honger. En dat weet dit, door marketingfiguren en ander slinks volk met eurotekens in de oogjes opgezette, betonnen voedingsmiddelencentrum. Nadat de “gezonde” rij achter me ligt, begint mijn maag én mijn ONgezonde geest het volledig van me over te nemen. De pakken melk krijg ik nog nét op het nippertje in mijn winkelcabriolet gemikt. Helaas staat de melk naast de vitrine met toetjes. Ik neem drie bakken chocolademousse mee, want ze zijn vandaag in de aanbieding. Drie halen, twee betalen! Mijn hongergevoel slaat mijn verdere rationele, gezonde denkvermogen compleet knock-out. Wanneer ik langs de diepvrieskasten loop, (formaatje halve Noordpool, voordat deze aan het broeikaseffect onderhevig was) grijp ik naar mijn favoriete pizza met salami. Op het nippertje zie ik in de rij van de frisdranken (twee keer op en neer lopen en je bent een pizza aan calorieën lichter, zo lang is deze rij) de flessen cola staan. Dat spoelt de pizza altijd zo lekker door. Zo, mijn avondmaaltje is in the pocket. Geroutineerd stuur ik mijn winkelwagen naar de lachende kassajuffrouw.

“Geen zin om te koken?”, zegt ze net iets te vriendelijk, voor de derde keer deze week. “Tja, morgen is er weer een dag…”, mompel ik. Eveneens voor de derde keer deze week.

 

 

 


15:29:20 04 Juli 2012 Permanente link Reacties (0)

LEZEN IS IN, EZEL


Een gruwelijke droom. Badend in het zweet wakker worden. Een hartslag van 380 hebben. En panisch bedenken waar je bent en wat je hier doet. Het overkomt me geregeld. Als dromen de spiegel van de geest zijn, heb ik een erg verrotte geest. Als dromen de verwerking van de dag moeten voorstellen, ben ik een psychopaat in het kwadraat. Gelukkig zijn het “maar” dromen. Onschuldig en niet corresponderend met de werkelijkheid.

Nog onschuldiger is het fenomeen: PALINDROOM. Een keurig symmetrisch opgebouwd woord, dat je zowel van links naar rechts, als van rechts naar links kunt lezen. Ook wel een spiegelwoord genoemd. Een palindroom is een taalkundig grapje, waar sommige mensen een sport van hebben gemaakt. Het Guinness Book of Records heeft het langste Nederlandstalige palindroom genoteerd als: koortsmeetsysteemstrook. Van achter naar voren hetzelfde leesbaar als van voren naar achteren. Enkele fanatieke palindroomfreaks kwamen aanzetten met het woord: potstalmelkkoortspilstaalplaatslipstrookklemlatstop. Ze hadden gelijk, het klopt aan alle kanten. Helaas was het een Nederlands woord dat niemand kent of snapt. Dus afgekeurd.

Palindroomzinnen blijken ook te bestaan. Mezelf afvragende wie ooit op het idee is gekomen om dit te ontdekken, lees ik bijvoorbeeld: Baas, neem een racecar, neem een Saab. Geweldig toch?! Of deze: Nelli plaatst op 'n parterretrap 'n pot staalpillen. Verzin het maar! Als beginnend “palindromist” kwam ik in eerste instantie niet verder dan lepel, negen en pap. Wanneer je dit al verwarrend vindt worden; het kan nog erger. In Engeland en Frankrijk zijn complete verhalen geschreven in het “palindrooms”. Hierin is elke zin die je leest omkeerbaar en toch ook weer leesbaar. Geniale meesters der taal hebben hier hun levenswerk van gemaakt. Waarschijnlijk ademen, eten en poepen ze palindromen. Waarschijnlijk hebben ze ’s nachts ook wel eens gruwelijke dromen. Net als ik.

“…Het was een droommoord. Madam Ada werd dood op de parterretrap gevonden. Met een houten lepel in haar kaak. Ze had negen neven. Bob, Eppe, Natan, Onno, Otto, Reinier, Eke, Reyer en Yarray. Enkelen waren dood, sommigen waren raar. Twee neven hadden deelleed. Het was blijkbaar een legersregel om gezamenlijk in een racecar een droommoord te verzinnen. Gehuld in levensnevel keken de neven raar in de radar. Madam Ada is dood. Ze waren niet de redder. Maar door hun daad, de oorzaak van de dood…”.

Kletsnat van het angstzweet worden ze wakker, de palindromisten. Hartslag van 380. Bang. Na enige tijd beseffen ze het. Het was maar een (palin)droom...

 

 


16:21:46 29 Juni 2012 Permanente link Reacties (0)

EENRICHTINGSVERKEER


“Hey Stefan!”, zeg ik enthousiast, wanneer ik een oude schoolkameraad na lange tijd tegenkom op een terras in de Utrechtse binnenstad.

“Hoi”, zegt hij droogjes, terwijl ik hem een hand geef.

“Wat doe jij hier?”, vraag ik.

“Van het leven genieten”, zegt hij, terwijl hij een arm om de jonge vrouw naast hem legt.

“Dit is Roos, mijn huidige vrouw”.

Ik ken haar niet.

Ze kijkt me aan en geeft me nonchalant een hand. Ondertussen ben ik bang dat ik haar kunstnagels breek.

“Hoe gaat het met je?”, vraag ik belangstellend.

“Hoe ziet het er uit?”, zegt hij, wijd gebarend met z’n armen en kijkend naar zijn welgestelde buik.

“Mager en gezond, whahaha!”

“En ik heb het mooiste meisje van de klas gescoord!”, vervolgt hij hoopvol zijn verhaal.

Tja, daar heeft hij een punt. Gelukkig is een mening subjectief.

 

“Waar heb je al die tijd gezeten?”, informeer ik geïnteresseerd.

“Overal en nergens eigenlijk.”

“Okee”, hoor ik mezelf zeggen.

“Heb je de MTS nog afgemaakt, daar ging je toch naartoe na de Mavo?”

“Ja, het eerste jaar heb ik inderdaad afgemaakt, thuis op de bank…whahahaha!”

“En toen?”

“Toen weinig.”

Zijn vrouwtje gaapt en rommelt wat in haar handtas. Verveeld kijkt ze op haar IPhone, vervolgens begint ze driftig te sms-en. Typisch gevalletje van te weinig aandacht.

 

“Op m’n twintigste ben ik voor het eerst getrouwd, een jaar later gescheiden”, vervolgt hij.

“O?”, zeg ik verbaasd en vragend tegelijk.

“Grote fout…”, begint hij opeens quasi serieus.

“Nooit moeten doen.”

“Wat doe je nu dan?”, vraag ik.

“Vanalles.”

“Gaat lekker.”

“Gelukkig”, zeg ik, alsof ik hem begrijp.

Een ongemakkelijke stilte volgt.

Allerlei vragen komen in me op.

Waarom ben ik naar hem toe gelopen?

 

“Woon je hier in Utrecht?”, vraag ik, om het gesprek nog enigszins op gang te houden.

“Nee.”

“In Limburg nog?”

“Nee, ook niet meer.”

Hij wil het er duidelijk niet over hebben.

Onrustig kijkt hij om zich heen.

Dan gebaart Stefan de ober te komen.

 

“Rekening”, snauwt hij tegen de toegesnelde ober.

Deze knikt en loopt naar binnen. Even later brengt hij de rekening.

“We gaan er weer vandoor”, zegt Stefan, terwijl hij betaalt en zijn vrouw op haar knie tikt.

Ze kijkt hem chagrijnig aan.

Ik vind het prima.

“We zien elkaar wel weer eens”, zegt hij.

“Vast wel”, zeg ik.

Ondertussen hoop ik eigenlijk van niet.

“Groeten”, zegt hij.

“Groeten”, zeg ik terug.

Mensen veranderen.

Helaas.


19:48:56 15 Juni 2012 Permanente link Reacties (0)

NOT TO DO LIST


Noem het houvast. Noem het structuur. Of misschien wel gewoon de angst om dingen te vergeten. Ik ben er in elk geval zeer bedreven in. Het maken van lijstjes. Zogenaamde “to do” lijstjes, “not forget” lijstjes, “like to do” lijstjes, “not like to do” lijstjes en “hate to do” lijstjes. Ik heb ze in diverse voorkomende vormen: van A4-formaat tot een gescheurd strookje papier van hooguit een paar centimeter. Handgeschreven met balpen, fijnschrijver of potlood. Soms uitgeprint. Ze liggen overal verspreid door het huis. Van keuken tot toilet en van zolder tot kelder. Ze zijn er onvoorwaardelijk voor mij. Ik kan altijd vertrouwen op de lijstjes.

Zo ook vandaag, een mooie zondag in mei. Het “to do” lijstje ligt al zorgvuldig ingevuld op mijn nachtkastje klaar wanneer ik ontwaak. Routinematig de avond ervoor klaargelegd. De dingen die moeten gebeuren vandaag zijn onder andere: douchen, scheren, eten (3x), aankleden, nieuws kijken, hegjes in de tuin snoeien, snoeiafval opruimen, tanden poetsen (2x), afwasmachine uitruimen, social media checken (minimaal 2x), koken, boodschap doen, in de zon liggen, ouders bellen, enkele tekenopdrachten van school nakijken, tuinmeubelset afsoppen, cd luisteren, enkele achterop geraakte tijdschriften lezen, vers sinaasappelsap persen, schilderij afmaken, administratie bijwerken, lesvoorbereiding maken, film kijken en planten water geven. Check.

Het “to do” lijstje is voor mij duidelijk, voor een buitenstaander soms een vreemd geheel. Ten eerste staan alle “to do” handelingen in een willekeurige volgorde. Ten tweede is mijn handschrift op de lijstjes meestal een soort van moeilijk te ontrafelen Da Cuijpers code. Weliswaar niet zoals de grote meester van achteren naar voren geschreven, maar toch alleen voor mij begrijpbaar. Dan volgt het echte werk. Ik moet het “to do” lijstje gaan ordenen in alle eerder beschreven sub-lijstjes. Een hels karwei. Ik zie dat mijn “hate to do” lijstje weer groter is dan mijn “like to do” lijstje…

Ik kijk door het raam naar buiten. Het is lekker zonnig. De tuinmeubelset lacht me ongewassen toe. Dan besluit ik drastisch het roer om te gooien. Vandaag geen “to do” lijst meer voor mij, in welke variant dan ook. Ik maak vanaf nu alleen nog maar “NOT to do” lijsten. Die voor vandaag is dan ook exact hetzelfde als mijn eigenlijke “to do” lijst. Het deert me niet. Het enige dat ik vandaag nog écht moet van mezelf, is lekker in de tuin in de zon zitten. En dat voelt prima. Check.

 


12:16:14 02 Juni 2012 Permanente link Reacties (0)

SMILE :-)


Eind jaren tachtig waren ze er al. En ze waren toen, net zoals nu, overal aanwezig. Je kon er niet omheen. Destijds in allerlei heftige neonkleuren, op bijvoorbeeld T-shirts, stickers en cd’s. Het was een hype, een rage. Sinds de opmars van de digitale middelen zijn ze er weer. Ze zijn ons leven langzaam weer binnengeslopen. Heel sneaky. En we zijn nog lang niet van ze af. Sterker nog, we hebben ze gewoon nodig :-)  

De smiley’s, want daar gaat het over, zijn (taal)stijliconen geworden! De popsterren van de hedendaagse communicatiecultuur. Wie stuurt er tegenwoordig nog een sms-je zonder één of meerdere soorten smiley’s toe te voegen? Wie mailt tegenwoordig zonder gebruik te maken van een typografisch samengesteld lachebekje? Wie heeft er, via welk soort social media dan ook, nog nooit een knipoog uitgedeeld, om te verduidelijken dat je een opmerking niet te serieus moet interpreteren als ontvanger? Dat bedoel ik. De smiley is een universeel geaccepteerd en zeer populair gastje geworden. Hij/zij maakt communiceren in ons digitale tijdperk makkelijker en duidelijker. En dat voor zo’n simpel vormgegeven icoontje, dat bestaat uit niet meer dan enkele punten, komma’s en haakjes in allerlei verschillende combinaties.

Lang geleden communiceerden mensen nog met elkaar door middel van brieven. Men schreef een brij van letters en woorden op een vel papier. Zonder smiley’s. Als je iets grappigs schreef, zette je er bijvoorbeeld “haha” achter, of “grapje”. Iets naars werd al gauw gekenmerkt door “…helaas”, “jammer” of  “bah”. Wanneer de brief klaar was, werd deze verstuurd. Een paar dagen later kon de brief worden gelezen door de ontvanger. Wanneer je een brief op je deurmat zag liggen, was dit een feest! Iemand had de moeite genomen om écht iets op papier te schrijven en de brief te versturen. Via de post. Naar jou!

Tegenwoordig schrijft (bijna) niemand meer een brief. Communiceren heet tegenwoordig mailen, chatten, pingen, what’s app-en, sms-en, porren, taggen, krabbelen of tweeten. En dat doen we dan ook massaal. Smiley’s helpen je het berichtje te verduidelijken of te versterken. Je kijkt iemand niet recht in de ogen, je weet dus niet hoe diegene jouw tekststukje opvat. Wanneer een smiley erbij staat, weet je dat iets een grapje is. Dit voorkomt ongeruste telefoontjes achteraf: “Meende je dat nou, of was dat een grapje in je sms?”. Tja, sorry, ik had inderdaad geen smiley gebruikt. Mijn fout. Maar het was een grapje.

Dus bij deze alsnog: ;-) 

 

 

 

 


11:31:10 26 Mei 2012 Permanente link Reacties (0)

KUNST VOOR BEGINNERS


“En hier zie je heel goed dat de schaduw die de schilder op dit schilderij heeft gebruikt, niet grijs of zwart is, maar groen! Dat is typerend voor die kunststijl.” Met grote vraagtekens boven hun hoofdjes kijken zoon- en dochterlief, hooguit vijf en zes  jaar, naar hun kunstminded papa. Ik vraag me af waar hun vraagtekens voor staan. Zou het zijn omdat ze zich afvragen wat de kunstenaar van dat expressionistische schilderij probeert uit te drukken met deze groene schaduw en waarom dat voor die tijd zo typerend is? Of omdat ze zich afvragen hoe lang dit uitje nog zal gaan duren?

Waar veel ouders hun kiddo’s loslaten in een interne opvangspeeltuin in een groot woonwarenhuis, (zodat ze zelf in alle rust kunnen genieten van de overheerlijke Zweedse balletjes in het restaurant) of in de ballenbak dumpen in de snel-sneller-snelst-eten-fast-food-keten met de grote M, zo legt deze voorbeeldvader té ingewikkelde kunstmaterie uit aan zijn twee oogappeltjes. Hij trekt al zijn kunstregisters open. Hopelijk hebben ze geen honger.

Waarschijnlijk zijn ze pas net binnen, het is immers één van de eerste zalen in dit museum voor Moderne Kunst. Toch is zoonlief al ontsnapt aan papa’s kritische kunstoog. Aan de andere kant van de zaal verstopt hij zich achter een installatie van gekleurde lichtbakken. Ondeugend kijkt hij in het rond. Papa orakelt gewoon door. Zusje ziet wat broertje doet. Dat is wel héél spannend. Ook ontsnappen aan papa’s aandacht, dat durft ze niet.

“Deze schilder bouwde een schilderij op uit allemaal punten en streepjes. Pointillisme, heet dat.” Pa is trots op zijn kunstkennis. Zusje houdt broertje nog steeds in de gaten. Dan sloft hij verveeld terug naar zijn zusje en kunstdocerende papa. Samen verdwijnen ze een volgende zaal in. “Papa, mogen we hier gaan zitten?”, vraagt zusje enigszins zeurderig, terwijl ze naar een bankje wijst. Ze begint er genoeg van te krijgen. “We gaan eerst naar deze schilderijen kijken”, zegt vader. “Die zijn uit begin twintigste eeuw, toen het modernisme net begon. Dat vinden jullie vast leuk!”.

In de laatste zaal kom ik het kunstminnende drietal weer tegen. Pa heeft zijn beide kinderen stevig vast en kijkt streng. “Hoe lang duurt het nóóóg…?”, jammert het zoontje. “Volgende keer zet ik jullie weer gewoon met een hamburger in de ballenbak”, bromt vader geïrriteerd.

“Yess!”, zegt het zoontje. “Yess!”, denkt het dochtertje.

Even later rijden ze weg. Waarschijnlijk richting de grote M.

 

 


16:40:43 11 Mei 2012 Permanente link Reacties (0)

MOBIELE KLIKO


Lang heb ik gedacht om er onderuit te komen. In mijn vrienden- en kennissenkring deed in 1999 de eerste mobiele telefoon zijn intrede. Formaatje kliko, met een bel- én smsfunctie. Tegoedkaart van tien gulden erin. Je kon er jaren mee doen. Er waren tenslotte maar weinig mensen in het bezit van zo’n mobiele kliko. Voor die tijd zag je alleen zelfbenoemde belangrijke yuppen met zo’n apparaat. Ik vond het irritante dingen. Bellen met iemand, terwijl je in de supermarkt voor de kassa stond! Dat verzin je niet! Wat een ego’s! En gewoon doortetteren wanneer de kassamevrouw vroeg of je spaarzegeltjes wilde hebben. Hoe belangrijk kon je jezelf vinden? Ik was vastberaden om geen mobiele kliko aan te schaffen. Dit heb ik vier jaar volgehouden. Tot in 2003. Toen waren mijn oma en ik, voor mijn gevoel, de laatsten die nog niet overstag waren gegaan. Een hijgerige aanbieding van een telecombedrijf was niet te weerstaan. Mijn eerste mobiele kliko(otje) was een feit.

Ik moet toegeven, het is toch wel handig. Steeds meer ben ik afhankelijk geworden van mijn mobiele praatkastje. Ik kan me nu ook niet meer voorstellen, dat ik niet na het werk naar huis kan bellen om te vragen wat we eten. Mobiel! Of dat ik mijn vriendin, die boven bezig is met de was, niet kan bellen om te vragen waar de afstandsbediening van de tv ligt. Mobiel! Of dat ik in de supermarkt niet even een hulplijn kan inschakelen, om te vragen of ossenworst of gebraden gehakt lekkerder is op het brood. Mobiel! Hoe deed ik dat toch voor die tijd?

Nu lijk ik wederom ingehaald te worden door de tijd. Mijn mobieltje kan enkel bellen en sms-en. Toch functioneer ik zelf verder nog redelijk, dank u. Maar ondertussen voel ik de hete adem van alle Smartphones in mijn nek. Het verleden herhaalt zich. Weer ben ik de laatste in mijn vrienden- en kennissenkring die nog geen Smartphone heeft. Weer lijkt de mobiele maatschappij me in te halen. Weer lijk ik overstag te (moeten) gaan. Wanneer ik op een terras in de zon zit, kan ik niet mailen, pingen, appen, chatten, MSN-en, Hyven, Facebooken, Twitteren en LinkedInnen. Ook kan ik niet bluetoothen, downloaden, TomTommen, Wordfeuten of SomethingDrawen. Wat ik wél kan, is van de zon en mijn koel glas cola met citroen genieten. Dit dankzij mijn ouwe, vertrouwde makker.

Mijn eigen mobiele kliko(otje).

 


11:42:49 29 April 2012 Permanente link Reacties (0)

IK HAD GELIJK


“Meneer, ik wilde u even komen vertellen dat u gelijk heeft gehad vroeger.” Verbaasd kijk ik op. Met een glimlach loopt ze naar me toe. Het is Sara, een oud-leerlinge. Ik herken haar meteen. Niets veranderd. Toen een verlegen meisje van dertien, nu een zelfverzekerde vrouw van twintig. “Ik had gelijk?”, herhaal ik vragend haar openingszin.

Het is druk in het tekenlokaal. Kinderen, ouders, opa’s en oma’s schuifelen langs de kleurrijke tentoongestelde teken- en schilderwerken. “Wauw mam, kijk hier wat een vette draak!”, roept een aanstaande brugklasser tegen zijn moeder. Hij wijst enthousiast  naar een schilderij met daarop een grote geschilderde draak in de complementaire kleuren. “En kijk daar mam, die tekening van World of Warcraft! Echt vet!” Toegegeven, hij heeft er verstand van.   

De Open Dag trekt veel bezoekers naar de plek waar ik vijf dagen per week grotendeels doorbreng. Lokaal D18. “Het ruikt hier echt naar tekenen”, hoor ik een wijsneus zeggen. “Hoe ruikt tekenen dan?”, vraagt zijn moeder lachend, terwijl ze mij aankijkt. “Zoals hier”. Dit móet een creatieve geest zijn, denk ik bij mezelf. Wat een abstract inlevingsvermogen!

“Hey, kom eens kijken”, roept een ruig uitziende vader met zware bromstem tegen zijn net-de-spanning-van-de-Citotoets-achter-de-rug-hebbende kroost. “Dit zijn schilderijen van Corneille”. Wauw, dat had Evie uit B1C moeten horen! Wat een compliment! De man is duidelijk onder de indruk van de schilderijen in kleur tegen kleur contrast.

“Meneer, mogen we komen tekenen tijdens de Open Dag, zodat we de tekening zeker af krijgen?”, vragen twee tweede klas leerlingen de dag van tevoren aan mij. “Natuurlijk”, zeg ik. Ze zijn inmiddels al bijna drie kwartier langer aan het tekenen dan het afgesproken uurtje. Hun tekenwerk, een fantasie-uitzicht met kleurpotlood, wordt prachtig. Het toekijkende publiek deert hun niet. Ze gaan hun tekening zeker af krijgen.

Nadat ik heb gevraagd hoe het met haar gaat, vraag ik aan Sara waar ik gelijk in heb gekregen volgens haar. “U zei in de tweede klas al tegen mij dat ik op de Kunstacademie terecht zou komen.” Ja, dat klopt. Ik herinner het me nog. Ze was een natuurtalent. “Ik zit inmiddels in het derde jaar”, zegt ze stralend. Ik had dus inderdaad gelijk.

Het is 13.00 uur. De Open Dag is voorbij. Terwijl ik alle indrukken verwerk, loop ik tevreden naar mijn auto. Nogmaals krijg ik gelijk. Dit keer zeg ik het tegen mezelf. Wat heb ik toch een mooi beroep.

 

 


16:28:58 11 April 2012 Permanente link Reacties (0)

VIND IK LEUK


“Nog 145 dagen en dan ben ik jarig!” Vind ik leuk, 14 keer.

“Eindelijk geslaagd voor mijn rijbewijs!!! Nu karren dus.” Vind ik leuk, 54 keer.

“Zwaar depri voelen…” Vind ik leuk, 20 keer.

Huh? Vinden we het tegenwoordig leuk wanneer iemand zich depressief voelt? Ik zou in zo’n geval eerder wensen dat er een kan-ik-je-ergens-mee-helpen knop bestond. Of een directe- verbinding-met-het-RIAGG knop. Maar die is er niet.

Dan maar vind ik leuk-en.

 

“Nu eerst met de kids naar Plopsaland, dan nog strijken, bah!” Vind ik leuk, 12 keer.

“Morgen gaat de wekker al om 5.45 uur. “ Vind ik leuk, 15 keer.

“Mijn kat ligt te bevallen, best spannend!” Vind ik leuk, 67 keer

Eén druk op de knop en je bent verbonden met degene wiens kat ligt te bevallen. Je voelt je samen één. Fijn gevoel moet dat zijn. En zeker voor degene die dit bericht wereldkundig maakt. Maar liefst 67 van de 548 vrienden zijn op dit moment ook spannende tijden aan het beleven. Ze leven allemaal intens mee. Dit zal de kat zeker helpen tijdens deze moeilijke momenten.

Kom op Saartje, persen!

 

“Toch maar niet pizza gegeten.” Vind ik leuk, 21 keer.

“Yes, eindelijk zon!” Vind ik leuk, 7 keer.

“Eerste boertje van dochterlief is een feit, nu nog even door drinken.” Vind ik leuk, 18 keer.

Verbaas ik mij nu werkelijk als één van de weinigen, over het feit dat iemand serieus met zijn of haar dochtertje op de arm een bericht op Facebook de wereld in slingert, omdat het arme kindje een eerste boertje heeft gedaan (met daarbij de kans lopende dat de laptop, Smartphone óf dochtertje op de grond valt tijdens deze multitasking bezigheid?)? En dat diegene denkt dat het zó mega interessant is voor alle vrienden, dat het ook meteen met deze vrienden gedeeld moet worden?

Gelukkig schijnt de zon.

Maar dat vinden dan maar weer 7 mensen echt leuk.

 

“Me dosent nederlans is egt vet, man!” Vind ik leuk, 23 keer.

“Blij met mijn nieuwe paarse Crocs, ze lopen echt heerlijk!” Vind ik leuk, 19 keer.

“Leuk gesprek gehad in onze tuin.” Vind ik leuk, 2 keer.

Het laatste bericht is van mezelf. Ik zit namelijk ook op Facebook. En ik zet er ook wel eens een bericht op. Gelukkig praat ik zo nu en dan ook nog écht met mensen.

Vind ik leuk.

 

 


19:45:44 30 Maart 2012 Permanente link Reacties (1)

NUMMER ONBEKEND


“Goedemorgen meneer. Spreek ik met de heer Cuijpers?” Ik ben het zelf schuld. Weer heb ik me laten verleiden door mijn telefoon, die een onbekend nummer aangeeft op het displayschermpje. Dan is het eigenlijk al te laat… “Ja, dat ben ik”, zeg ik met een zucht en enigszins nors tegen de erg wakkere en zwaar enthousiaste brenger van het goede nieuws, aan de andere kant van de lijn. Ik ben te fatsoenlijk om op de uit-knop te drukken. Ik geef hem een kans.

“Meneer Cuijpers”, vervolgt de beller met zijn van buiten geleerde overtuigingszinnen. “Ik mag u feliciteren! U bent één van de geselecteerde winnaars voor een vakantie van twee weken. U mag met uw hele gezin naar een land van uw eigen keuze!”. Wat heb ik toch een geluk, denk ik lichtelijk cynisch. “Uit hoeveel leden bestaat uw gezin, meneer Cuijpers?”. “Twee”, antwoord ik, voordat ik nadenk wat ik zeg.

Dit is niet de eerste keer dat ik, en mijn hele gezin, iets hebben gewonnen. We hebben in het verleden al auto’s, Staatsloten, laptops, een keuken en reizen gewonnen. Zogenaamd. “Dit is een unieke kans, meneer Cuijpers. Uit de vele nummers in ons register, bent u uitgekozen voor een reis naar keuze. Met uw hele gezin!”, benadrukt hij nogmaals ten overvloede. Toegegeven, het zijn slimme gesprekstechnieken. Toch nog enigszins nieuwsgierig, vraag ik van welke organisatie hij is. Een duidelijk antwoord blijft hij me schuldig. Hij vervolgt stoïcijns zijn eigen verhaal. Een verhaal dat ik al ken. “Meneer Cuijpers, uw telefoonnummer is doorgegeven aan ons en u bent geselecteerd als één van de winnaars. U mag met uw hele gezin twee weken op vakantie. U mag zelf bepalen naar welk land en wanneer u wilt gaan, meneer Cuijpers!”.

Helaas voor hem overtuigt hij me niet. Ik merk dat mijn lijf onnodig adrenaline produceert door zijn vastbijtende toon. Dan komt de “killertechniek”. Hij wil weten of mijn adresgegevens nog juist zijn. Mijn adresgegevens! En ze kloppen nog ook! Even blijft het stil aan mijn kant van de lijn… “Meneer Cuijpers, ik stuur de bevestigingspapieren naar uw adres. U zoekt een reis van twee weken uit voor u en uw gezin!”. En dan valt hij officieel voor mij door de mand. “Wat is uw bankrekeningnummer, meneer Cuijpers?”. Ik weet het nu zeker. Ik druk op de uit-knop van mijn mobieltje. Ik ben toch niet zo fatsoenlijk als ik dacht.


16:58:24 22 Maart 2012 Permanente link Reacties (0)

WACHTEN 2.0


Eigenlijk is wachten (in de vorm van: vol ongeduld uitkijken naar een bepaalde gebeurtenis waar je op…tja, wacht…)  in dit high-technology tijdperk helemaal niet meer aan de orde. Dit bedenk ik me om 07.43 uur in de grote, weinig Kerstsfeer uitstralende ziekenhuishal. Het is de dag voor de dag dat het Kerstavond is, (heeft dat ook een naam, of is het een soort van “Derde Kerstdag”, maar dan de andere kant op (een pre-pre Kerstdag ofzo?)) en mijn vriendin is zojuist naar de O.K. gebracht. Helaas was er iets niet o.k. met haar linkerknie: grote scheur in de meniscus, operatie noodzakelijk. Ik word geacht te wachten totdat de operatie voltooid is. Spannend. (Af)wachten dus…

Enfin, ik zat dus in die ziekenhuishal te wachten op A) een verlossend woord van de verpleegkundige dat de operatie geslaagd zou zijn. En B) totdat mijn “opvangplekvoormensendieaanhetwachtenzijntotdateenoperatievaneengeliefdevoor-bijis”, oftewel restaurant, open zou gaan. Ik wel. Ik zat echt te wachten. Of zoals het WikiWoordenboek ons letterlijk uitlegt: Wachten: (inergatief werkwoord) op dezelfde plaats of in dezelfde situatie blijven, tot iemand komt of iets gebeurt. Tja, er gebeurde inderdaad vanalles daar. Er waren op dit tijdstip blijkbaar al meer mensen zogenaamd aan het wachten in de hal. Met verbazing heb ik een dikke drie kwartier om me heen zitten staren. Ik was duidelijk de jongste in de hal die aan het wachten was (lees: 35 zomers). Tevens was ik een van de weinigen die zichtbaar moeite had met het wachten. Op een heel oud vrouwtje na, die met de rollator in beide handen gebiologeerd in zichzelf tegen de kerststal aan het praten was. Lag dit aan mijn onrustig werkende, adrenalinepompende lichaam (toch spannend zo’n operatie met narcose, wetende dat je vriendin panisch is voor alles wat er zich in dit grote gebouw afspeelt) of omdat ik me nog niet volledig heb over gegeven aan het wachten 2.0-tijdperk? Dit is het tijdperk waarin iedereen (dit is een ruim begrip, maar zo voelt het soms wel) een apparaatje bezit waardoor je nooit meer hoeft te… wachten! Wachten 2.0 heet nu De Smartphone! Je kunt  elk wachtmoment opvangen door je Smartphone erbij te pakken en “samen zijn” met wie of wat je op dat moment maar wilt. Ik wilde ook samen zijn. Met mijn nu onder de scalpelmessen liggende vriendin. Maar ik moest wachten. Wachten 1.0. Zonder fotocamera, Internet en bijbehorende apps.                                                                                                                          

De operatie was gelukkig goed verlopen.                                                                            


18:52:42 16 Maart 2012 Permanente link Reacties (0)

VROLIJK


Het is een feit dat mensen in de lente- en zomermaanden vrolijker zijn dan in de maanden waarin het herfst, of nog erger, winter is. Dat heeft alles te maken met het licht. Licht is een natuurlijke, legale doping waarvan je vrolijker wordt. Naast alle  chemische “geluksgevoelstofjes” die het menselijk lichaam aanmaakt in de vorm van endorfine en dopamine, is de zon een grote geluksbal voor mensen die zich wat minder happy voelen. Maar helaas is de zon de laatste jaren wat minder vaak bij ons op bezoek geweest. Gevolg hiervan is, dat mensen massaal hun eigen chemische fabriek moeten laten werken, om nog enigszins vrolijk de donkere dagen door te komen. Men slaat kilo’s chocola in en gaat massaal sporten, met een jaarlijkse piek van deze twee bezigheden voor en na de Kerst. Dan zijn mensen namelijk op hun somberst, blijkt uit onderzoeken. En het werkt! Naast de wetenschap dat zowel pure chocola (yess!) als sporten gezond is, is het ook een prima manier om bovenstaande gelukshormonen aan te maken. Doen dus. Liefst in combinatie met elkaar: lekker met je chocoladeletter op de crosstrainer, voor een optimaal effect van geluk!

Toch ontkom je er soms niet aan. Wanneer je even niet aan het sporten bent, of je chocoladeletters zijn op (je hebt je hele naam al in tienvoud opgemoffeld) kun je weer even terugvallen in het latente somberheidsgevoel. Is heel normaal. Wat dan te doen? Ga solliciteren voor een baan als model in een vakantietijdschrift, meubelbrochure, autocatalogus of supermarktfolder of wordt acteur in een reclame voor hagelslag, tandpasta, ontbijtkoek of snoep. De mensen die hierin figureren zijn namelijk altijd vrolijk!  Sla maar es een willekeurige reclamefolder open en de übervrolijke personages lachen je tegemoet. Nooit een kwade of chagrijnig kijkende moeder die haar oervervelende kind verbiedt om snoep te eten. Of een ongewassen vader die mokkend op de rundslederen sofa in de rommelige woonkamer ligt. Nooit een klagend kind dat geen tanden wil poetsen. Om nog maar niet te spreken van de zonnige doorzonwoning met designkeuken, waar men breed lachend zonder rommel op het aanrecht staat te koken. Moeten we dit geloven? Natuurlijk niet! Trap er niet in! Eigenlijk zou in kleine lettertjes onder deze reclames moeten staan, dat de vrolijkheid die in het spotje of foto te zien is, zwaar afwijkt van de werkelijkheid. Van deze feel-good reclames wordt niemand vrolijk. Laat het snel weer es echt zomer worden…

 

 


18:44:19 16 Maart 2012 Permanente link Reacties (0)

Outlet NL female 140915 - 030216 468x60


Weblog